maa. 2013: Open brief aan Hoogheemraadschap Schieland-Krimpenerwaard n.a.v. ongeluk.

Uw antwoord op onze brief inzake de paaltjes op de west Vlisterdijk stelt ons erg teleur. Het betreft hier de brief van U onder uw kenmerk 2013 00376. In deze brief stelt u dat uw uitgangspunten in deze zijn: herkenbaarheid van de komgrens c.q. zone-overgang, noodzaak tot het beperken van de snelheid en zo min mogelijk overlast voor omgeving.
Daarbij gaat u voorbij aan het door de fietsersbond opgevoerde argument dat de veiligheid voor in dit geval de fietser voorop moet staan. Dit is een taak die wettelijk is toegewezen aan de decentrale overheden (waartoe ook het hoogheemraadschap behoort) en kan niet zomaar genegeerd worden zoals u blijkens uw brief graag zou willen doen. Voor deze zaken zouden wij u, misschien ten overvloede, willen verwijzen naar de ‘planwet verkeer en vervoer’ en het ‘strategisch plan verkeersveiligheid 2008-2020′ waarin veiligheid een zeer hoge prioriteit gegeven wordt. Blijkens uw brief vindt u dit blijkbaar geen relevante informatie. U schijnt zich immers niets aan te willen trekken van de zinsnede: “Voorbeelden hiervan zijn het verwijderen van overbodige paaltjes of andere obstakels op fietspaden en verbetering van de gladheidbestrijding op fietspaden.” uit het strategisch plan verkeersveiligheid 2008-2020 (bron:de verkorte samenvatting van de VNG van het strategisch plan)
 
Wij gaan er van uit dat andere instanties dat wel vinden. Wij worden daarin gesteund door een onherroepelijke uitspraak van een rechtbank waarin in een juridisch vergelijkbaar geval de wegbeheerder aansprakelijk werd gesteld voor ongevallen door slecht onderhoud c.q. het plaatsen van obstakels (waaronder ook ons inziens de onderhavige paaltjes en de ongeschikte snelheidsremmer gerekend kunnen worden). Gezien de inhoud van uw schriftelijke reactie vindt u dit blijkbaar ook geen relevante informatie.
 
Naast dat u gezien uw brief liever een herkenbare komgrens dan een voor fietsers veilige komgrens heeft wordt in uw brief ook niet ingegaan op de technische oplossingen die er zijn ter vervanging van de paaltjes. Inhoudelijk wordt er door u niet ingegaan op de door de fietsersbond in een eerdere fase al aangedragen alternatieven. U stelt enkel dat “beperkingen zijn onder andere de ruimte, slechte grondslag, aanwezigheid van bebouwing en diversiteit van weggebruikers” de redenen zijn dat u verder niet ingaat op de door de fietsersbond aangedragen suggestie om een – door u te kiezen – verkeerskundig bureau met behulp van de CROW-richtlijnen een betere oplossing te laten aandragen. Graag zouden wij willen weten waarop die stellige, in uw brief niet gemotiveerde, afwijzing gebaseerd is. Ligt hier een wetenschappelijk onderzoek aan ten grondslag? Zo ja, dan zouden wij graag de titel en uitgever (en eventuele vindplaats op internet) van u ontvangen. Als het is gebaseerd op het rapport Fietsberaadpublicatie19a (Rijkswaterstaat, april 2011) is onze vraag of deze beslissing door Rijkswaterstaat getoetst is. Ligt aan uw beslissing om de paaltjes te handhaven een advies van de verkeersdienst van de politie Midden-Holland ten grondslag dan zouden wij dat ook graag weten zodat wij dit advies op grond van de WOB aldaar kunnen opvragen.
 
De fietsersbond gaat er vanuit dat het ministerie van infrastructuur en milieu de paragraaf 2.4 uit de beleidsimpuls verkeersveiligheid (aanvulling op strategisch plan verkeersveiligheid 2008-2020) uiterst serieus bedoeld heeft. Het zou het hoogheemraadschap als decentrale overheid dan ook sieren als ook zij die paragraaf serieus zou opvatten. Ofwel dat zij probeert binnen het gebied waar zij verantwoordelijk is voor het wegbeheer de doelstellingen te realiseren. In dit geval door na te gaan denken over hoe voor de fietsers onveilige paaltjes verwijderd kunnen worden zonder af te doen aan de verkeersveiligheid in het algemeen.